De juiste voeding

Een uitgebalanceerd konijnenvoer heeft de volgende samenstelling:

Dagelijks: Vooral flink veel hooi. Hooi is belangrijk voor het gebit en de werking van de darmen. Een klein handje hardvoer. We raden af een mix te gebruiken met verschillende soorten korrels en muesli maar een hardvoer waarbij elk brokje er hetzelfde uit ziet. Konijnen eten namelijk selectief en laten de minder lekkere brokjes liggen waardoor ze niet genoeg voedingsstoffen binnen krijgen. Een goed hardvoer is bijvoorbeeld die van science selective. Zorg ook altijd voor voldoende vers drinkwater in een daarvoor bestemde ‘waterfles’ zodat het konijn het niet kan omgooien. NB controleer deze in de winter goed elke dag ivm bevriezing.

Betreft het groenvoer is het goed om kleine stukjes van zoveel mogelijk verschillende groenten tegelijk te geven, in plaats van veel van één soort groente. De wilde konijnen in de natuur eten ook heel gevarieerd en eten overal een klein beetje van. Voorbeelden van goede groenten om te geven zijn: andijvie, veldsla, komkommer, broccoli, venkel, bleekselderij, koolselderij, koolrabi, wortelen en wortelloof, het loof van radijsjes, blaadjes witlof, paksoi, waterkers, aangevuld met een takje peterselie of selderie. Daarnaast met mate fruit zoals appel, sinaasappel.

Opletten met: prei, ui, bieslook, bonen, erwten, mais, vaste kool, spruitjes. Teveel klaver geeft ook problemen, net zoals veel nat gras.  Met koolsoorten en sla en witlof moet je voorzichtig zijn, omdat een konijn daar heel snel gasvorming van krijgt, wat ook weer dodelijk kan zijn. Het is beter om van de koolsoorten beetje bloemkool en ’s winters boerenkool te geven.