Gebit (sproblemen)

Het gebit van een konijn groeit levenslang door, bij een goed gebit slijten de tanden en kiezen mooi gelijkmatig af en zal het konijn er geen probleem mee hebben. Maar door een (vrij vaak voorkomende) erfelijke afwijking kan het zijn dat konijnen een te lange of korte boven- of onderkaak hebben. Hierdoor slijt het gebit onregelmatig af en vormen de zgn. ‘haken’. Deze beschadigen de tong en het slijmvlies in de mond. Dit is erg pijnlijk en het konijn stopt met eten. Ook eenzijdige voeding ( het ‘gewone’ gemengde konijnevoer) kan leiden tot gebitsproblemen, door het ontbreken van belangrijke voedingsstoffen zoals kalk. Bovendien haalt het konijn vaak alleen dat wat hij lekker vindt uit het gemengde voer. Ook de voortanden kunnen niet of verkeerd afslijten en zo te lang worden of scheef groeien. Hierdoor wordt eten voor het konijn erg lastig. De dierenarts kan de haken van de kiezen verwijderen en de voortanden korter slijpen. De snijtanden kunnen zonder narcose geslepen worden, omdat de kiezen moeilijker bereikbaar zijn moet voor het slijpen hiervan het konijn onder narcose. Regelmatige controle van het gebit is zeker aan te bevelen.